Nederlandse agenten helpen op Bonaire: 'Mensen bedanken je na bekeuring'
In dit artikel:
In februari arriveerden tien Nederlandse agenten op Bonaire om het lokale politiebureau tijdelijk te versterken. De uitwisseling ontstond door een grote uitstroom bij het corps — onder andere door aanhoudingen binnen de politie, pensioneringen en vertrek van personeel — waardoor de werkdruk en lange diensten (soms 16 uur achter elkaar) voor de overgebleven medewerkers onhoudbaar werden. De hulp van Europese collega’s liep uiteindelijk zeven maanden.
De Nederlandse agenten, onder wie Steve Louiws (noodhulp uit Amsterdam) en Raman Shah (opsporing uit Den Haag), maakten een forse omschakeling: van grote stadsorganisaties met digitale systemen naar een klein eilandkorps waar informatie vaak via persoonlijke netwerken wordt verzameld, boetes nog met pen en papier worden ingevuld en medewerkers elkaar buiten werktijd regelmatig tegenkomen. Dat vergde zowel praktische aanpassingen (zoals het bellen naar de meldkamer in plaats van het raadplegen van een app) als een andere manier van optreden: minder doorverwijzen naar voorzieningen, meer bemiddelen en oplossen ter plaatse omdat alternatieven zoals ov ontbreken.
Voor de vaste Bonairiaanse agenten, zoals Suandy Pieters en Stefany Sebastiana, waren de lange diensten en het ontbreken van vervanging grote problemen: soms stond er maar één patrouille voor heel het eiland terwijl meerdere meldingen binnenkwamen. Tegelijk zagen zij voordelen in de komst van de Nederlanders: nieuwe werkwijzen, versneld papierwerk en oplossingsgerichtheid. De uitwisseling leidde tot wederzijds leren: Nederlandse collega’s kregen waardering voor de creativiteit en het informele netwerk op Bonaire, terwijl lokale agenten technieken en een andere aanpak van hun gasten leerden.
Cultureel was er weinig echte shock, wel grappige verschillen (bijvoorbeeld over tafelgedrag tijdens een online sessie) en opvallend veel vriendelijkheid van burgers richting politie. De Nederlandse agenten ervoeren dankbaarheid en respect van bewoners, iets wat zij in stedelijke Nederlandse context minder vaak meemaken. Praktische voorbeelden uit de periode: bemiddeling bij een auto-oplichting, een aanrijding met een ezel en het snel opsporen van een verdachte dankzij lokaal rondvragen — zaken die minder bureaucratisch maar mensgerichter werden aangepakt.
Aan het einde van de opdracht benadrukken zowel lokale als Nederlandse agenten het belang van openheid en cultuurgevoeligheid. De boodschap aan eventuele volgende teams: kom met een open houding, leer de lokale cultuur kennen en wees bereid zowel op te treden als te helpen.