Mottley eist moreel leiderschap bij VN: 'Ze maken een woestijn en noemen het vrede'
In dit artikel:
In New York, tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, leverde Barbados-premier Mia Amor Mottley vrijdag een scherp geëngageerde toespraak die door velen als het morele hoogtepunt van het zesdaagse debat werd gezien. Ze waarschuwde dat de wereld momenteel niet alleen kampt met oorlog en klimaatcrisis, maar vooral met “een crisis van waarheid en vertrouwen”: zonder gedeelde feiten vervallen wetgeving, media en wetenschap tot theater en mening.
Mottley bekritiseerde het geweld in Gaza en Soedan, eiste onmiddellijke humanitaire hulp — 66 miljoen dollar voor kinderen in Gaza en 200 miljoen voor Soedan — en riep op te stoppen met toekijken terwijl burgers worden gebombardeerd. Ze citeerde onder meer Tacitus: “They make it a desert and call it peace.”
Daarnaast richtte ze zich tegen de machtsongelijkheid binnen de VN: Afrika en kleine eilandstaten blijven gemarginaliseerd. Ze pleitte voor permanente Veiligheidsraadzetels voor Afrika en een roterende zetel voor kleine eilandstaten, en benadrukte dat kwetsbare landen niet alleen voor foto‑momenten mogen worden opgeroepen maar volwaardig moeten meebeslissen.
Op klimaatgebied riep Mottley op tot concrete maatregelen, zoals een wereldwijd juridisch bindend akkoord over methaanreductie — een stap die volgens wetenschappers de opwarming met ongeveer een halve graad kan beperken. Ze sloot met een oproep tot moreel leiderschap, geïllustreerd door het beeld van een Palestijns meisje dat haar zusje draagt tussen het puin, en haar boodschap dat wereldleiders de kracht moeten vinden om beter te handelen.