"De traditionele geitenhouderij wankelt" - hoe LVV werkt aan de inhaalslag van lokale landbouw

maandag, 24 november 2025 (12:18) - Bonaire.nu

In dit artikel:

Bonaire is sterk afhankelijk van geïmporteerd voedsel, maar op het terrein van LVV (Landbouw, Veeteelt en Visserij) groeit een kleinschalige beweging van boeren, startende ondernemers en deskundigen die het eiland minder afhankelijk willen maken. Maurice Adriaens, die formeel beleids- en projecthoofd bij de overheid is en tijdelijk de LVV-coördinatie op zich neemt, leidt deze ontwikkeling. Sinds hij in 2020 bij LVV begon, zet hij in op professionalisering, kennisoverdracht en het scheppen van praktische mogelijkheden voor nieuwe producenten.

Op het LVV-terrein zijn inmiddels groente- en fruitkwekers, bijenhouders, een compostbedrijf en een kleine veehouderij gevestigd. Cruciaal is dat ondernemers hier wél toegang krijgen tot bruikbare grond en zoet water: buiten het terrein is de ondergrond van koraal en ontbreekt goed grondwater, terwijl op het terrein onder meer een eigen waterzuivering is. Voor startende initiatieven zoals Nature Cooking School van Saeed Lourens biedt het terrein ruimte en lagere kosten; geitenhouder Eric Curiel kon er snel een bedrijf opzetten en verkoopt verse eieren direct aan bewoners en toeristen.

De groei blijft echter traag. In april 2024 waren er vijf actieve bedrijven op het terrein met de ambitie om naar tien te gaan, maar anderhalf jaar later is het aantal nog steeds vijf. Adriaens wijt dat vooral aan bureaucratische vertragingen: ongeveer veertien ondernemingen zitten in de startfase maar wachten op kavelvergunningen.

Een belangrijk aandachtspunt is professionalisering. Adriaens benadrukt dat het niet alleen om machines en subsidies moet draaien, maar vooral om kennis: ondernemers moeten leren denken als ondernemers — van administratie en kostenbeheersing tot productdifferentiatie en verkoop. Zijn motto voor nieuwkomers is om niet in producten te denken (bijvoorbeeld een krop sla) maar in eindresultaten (een bord salade). LVV wil daarom uitgroeien tot kenniscentrum met langdurige begeleiding — wekelijkse coaching in plaats van korte cursussen — gericht op kleine boeren.

De traditionele geitenhouderij illustreert de problemen: hoewel zo’n tweehonderd mensen op het eiland geiten houden, kan bijna niemand er van leven. Het lokale ras is in kwaliteit achteruitgegaan; veel dieren zijn klein en taai. LVV importeert daarom rasbokken uit Aruba en Nederland en houdt op het terrein ongeveer negentig geiten, maar betrouwbare leveringen van goede kwaliteit blijken voor restaurants nog niet haalbaar door sterke variatie in leeftijd en smaak van de dieren.

Ook de volgende generatie staat centraal in Adriaens’ visie. Jongeren kennen vaak alleen geïmporteerd voedsel en zoeken werk in kantoorbanen; schoolprojecten met kassen mislukten eerder door hoog verloop onder leraren. LVV start nu met een pilotschool om lokaal fruit en kennis terug te brengen — tamarinde, mispel en chumarucu zijn voorbeelden van soorten die hij wil herintroduceren, zodat kinderen weer ervaren waar voedsel vandaan komt.

De coronapandemie maakte de kwetsbaarheid van de voedselvoorziening zichtbaar; LVV leverde toen verse producten aan voedselbanken. Toch krijgt voedselzekerheid volgens Adriaens onvoldoende prioriteit bij bestuurders, terwijl Bonaire kwetsbaar is voor klimaatverandering en internationale schokken. Ondanks de uitdagingen gelooft hij dat het LVV-terrein kan uitgroeien tot een gemeenschapshub waar boeren groeien, kinderen leren en eilandbewoners weer dichter bij hun eigen voedsel komen. Zijn persoonlijke motivatie is duidelijk: “Landbouw is mijn hartstocht.”