Analyse | Hoe zou Venezuela reageren op een Amerikaanse aanval?
In dit artikel:
De Amerikaanse waarschuwing dat het luchtruim boven Venezuela “als geheel gesloten” moet worden gezien, vormt volgens Reuters een nieuwe escalatie tussen Washington en Caracas. De VS hebben de afgelopen maanden al tientallen dodelijke aanvallen op verdachte drugssmokkelbootjes uitgevoerd en suggereren dat die acties kunnen uitmonden in operaties op Venezolaans grondgebied. De centrale vraag is hoe Venezuela zou reageren als er een aanval plaatsvindt.
Bronnen van Reuters schetsen een Venezolaanse krijgsmacht die kwetsbaar is: gebrekkige training, lage lonen (circa 100 dollar per maand) en verouderd, veelal Russisch materieel leiden tot deserties en beperkte conventionele slagkracht. President Maduro’s macht rust wel sterk op loyaliteit binnen het officierenkorps en op militaire posities in het staatsapparaat, maar de dagelijkse inzet van het leger is vooral gericht op binnenlandse ordehandhaving.
In plaats van een klassiek frontbereidheid heeft Venezuela interne plannen ontwikkeld voor een guerrilla‑achtige verdediging. Verspreide kleine eenheden op meer dan 280 locaties zouden sabotage en andere verstorende acties uitvoeren om een invasie langdurig en kostbaar te maken — een aanpak die functionarissen omschrijven als prolonged resistance. Onderdeel hiervan is het gebruik van draagbare luchtdoelraketten en het bevel aan troepen om zich te verspreiden en het centrale commando moeilijker uit te schakelen. Een tweede, minder officieel besproken scenario noemt men “anarchization”: het opwekken van chaos in Caracas met behulp van inlichtingendiensten en gewapende regeringsgezinde groepen, zodat een buitenlandse interventie geen stabiele machtsbasis vindt.
Ook andere gewapende actoren spelen een rol: Colombiaanse guerrillagroepen zoals het ELN opereren in westelijk Venezuela en regeringsgezinde colectivos treden regelmatig gewelddadig op. Tegenover beschuldigingen van banden met drugskartels ontkent Caracas en wijst zij op Amerikaanse intenties richting regimeverandering en olie‑belangen.
Voor de ABC‑eilanden (Curaçao, Aruba, Bonaire), slechts enkele tientallen kilometers uit de Venezolaanse kust, betekent escalatie geen directe militaire dreiging maar wel acute regionale gevolgen. Amerikaanse marineschepen en patrouilles opereren in de wateren tussen de eilanden en Venezuela; recente B‑52‑vluchten en waarschuwingen voor onbekend luchtverkeer benadrukken de nabijheid. Luchtverbindingen — cruciaal voor toerisme, handel en medische evacuaties — lopen risico: vluchten moeten omvliegen, worden duurder en kunnen minder frequent worden. Bewoners bereiden zich deels voor door voorraden aan te leggen of tijdelijk te vertrekken.
Als Venezuela kiest voor langdurig guerrilla‑verzet kan dat leiden tot bredere destabilisatie: grotere vluchtelingenstromen, maritieme veiligheidsrisico’s en een versterkte Amerikaanse aanwezigheid rond de eilanden. Voor Curaçao, Aruba en Bonaire is het grootste gevaar dus niet directe aanval, maar langdurige geopolitieke en economische ontwrichting vlak voor de deur.